Lieveheersbeestje op zoek naar geluk
Het coronavirus beheerst op dit moment een groot deel van ons leven. Dat gevoel heb ik toch wel en ik hoor het ook van mensen om me heen. Als ik de deur uit ga check ik gauw, heb ik alles? Telefoon, sleutels, mondkapjes niet vergeten? Op de fiets probeer ik zoveel mogelijk mensen ruimte te geven. Ik erger me aan de mensen die dat niet doen. Laatst, nadat verschillende mensen zonder kijken vlak voor mijn wiel overstaken en een auto bijna tegen me aanreed hoorde ik mezelf hardop zeggen: “Hallo! Ben ik onzichtbaar ofzo?!” - geen reactie. Auw.
Op plekken waar vrij veel mensen komen ben ik constant anderen aan het ontwijken, constant waakzaam of ik niet te dicht bij iemand ben, of ik niet ben vergeten mijn handen te wassen. Is dit een ‘Coronakuchje’ of komt het van het stoffen? Moet ik me laten testen? Wie heb ik allemaal ontmoet? O het is alweer over, toch het stof dus… Is er een beschikbare testlocatie in de buurt? Hoe ver ben ik bereid te fietsen als ik koorts zou hebben? 20 km? 30 km? Hoeveel mensen kan ik dan onderweg besmetten? Maar ik heb helemaal geen symptomen, waar ben ik mee bezig? En dan zijn er ook die personen die zeggen dat ze niet meer over het coronavirus willen praten. Het gesprek valt eerst even stil, want wat gebeurt er eigenlijk verder in de wereld? Vast heel veel, maar ik kom er even niet op. Nu voel ik me bezwaard als ik die mensen ontmoet, want ik moet het onderwerp dat iedereen bezig houdt vermijden. Ik maak mezelf gek met dit gedrag.
Als ik thuiskom wil ik soms alleen maar naar bed, lekker warm, even de hele wereld buitensluiten. Die constante alertheid is vermoeiend.
Vrijdag zat ik in de miezerregen buiten te lunchen. Ik had me weer zo veel mogelijk aangepast en me van binnen een beetje boos gemaakt. Ineens zag ik in de bloempot met zwart siergras waar ik al een poos naar aan het staren was een hele wereld ontstaan. Er was een lieveheersbeestje dat op weg leek te zijn naar een klaverblad dat midden in de pot was opgekomen. Op het klaverblad glinsterden druppeltjes water. “Dat lieveheersbeestje is op zoek naar geluk,” zei ik tegen niemand in het bijzonder. Ik voelde een lach opkomen en dacht aan alle avonturen die dat lieveheersbeestje zou kunnen beleven op zijn zoektocht.
Soms vergeet ik even dat geluk voor mij juist in dit soort kleine belevenissen zit. En wat een cadeautje om het dan zomaar tegen te komen.
Wat denken jullie, zal ik hier een verhaaltje over maken? En wat moet het lieveheersbeestje dan zeker tegenkomen op zijn weg naar geluk?
Liefs, Laura